Is de berg naar de hut genoemd ?
Dag 5 Refuge Mont Thabor - Pointe de Terre Rouge - Refuge de Terre Rouge
Opstaan was heel efficient. Geen tent afbreken. Maar ook niet de kachel van de hut terug aansteken. Dat is hier echt deftig geïsoleerd, 's nachts was het maar een paar graden afgekoeld binnen.
De wolken waren perfect getimed : net als ik wil vertrekken schuiven de wolken weg en is het stralende zon. Dus rugzak af, snel zonnebril en zonnecreme, en weg.
Het eerste stuk moest er gewoon in. Col de Battalières is een familiebegrip. Maar het was ook nuttig : die kleine omweg gebruikte ik om een kwartier of zo op de graat naar Col de Cheval Blanc uit te testen hoe het met deze sneeuw voelde om buiten het pad, los over rotsblokken en puin te stappen. Het voelde goed, kleverige sneeuw, nergens ijzel, nergens verraderlijke hoopjes bijeengewaaide sneeuw.
Dus vertrokken we op een epische doorsteek naar een kleine col, die Passage du Pic du Thabor heet. Een paar uur scherp opletten en telkens de beste route kiezen door deze aaneenschakeling van oude gletschermorenes. Of in schoon Vlaams : kiezen waar de stenen vlak en stevig liggen en niet de plekken waar ze wegrollen.
Het landschap is sprookjesachtig mooi. Alles is besuikerd met een paar centimeter verse sneeuw. Rotsen in uiteenlopende kleuren. Telkens weer een nieuw naamloos meertje.
Zoals bij elke col was er hier ook een valse, zo'n driekwart km voor de echte. Maakt niet uit, ik heb een pauze nodig. Vooral om de geest en de aandacht een een kwartier rust te geven.
Dan gaat het in één trek door naar het topje, de Pointe de Terre Rouge. Eindelijk vaste rots in plaats van blokken. Dit is puur genieten. Uitzicht in alle richtingen. De Dent Parachée in de Vanoise, de 3 pieken van de Aiguilles d'Arves, de Meije en de Barre in de Ecrins piepen allemaal wel even uit wolkensluier. Vlakbij de Mont Thabor en zijn satellieten. Waarvan je vanuit deze kant je niet kan voorstellen dat dit een klassieke wandelberg is.
De beslissing naar welke hut we afdalen is snel genomen. De afdaling richting Refuge de Terre Rouge is het gemakkelijkste. Geen steenmannetjes meer die inspiratie geven. Wel sporen van een gems en van sneeuwhazen.
Vlak voor de hut doe ik nog een kleine extra, langs le Grand Lac. Het valt op hoeveel ruïnes hier staan. Dat moet vroeger echt één grote koeienwei geweest zijn. Die zijn verdwenen, er is alleen nog een schaapherder met een paar 1000 schapen. Twee sneeuwhoenders vliegen vlak voor me weg. Er zit al wat wit in het verenkleed. Ook bij hen is de herfst bezig.
De hut is gesloten, aan de achterzijde is een piepkleine mini-hut. 4 bedden, een tafeltje, een keukentje en WC als op een studentenkot. Geen dekens, geen verwarming. Het trekt toe en begint terug wat te miezersneeuwen. Ik kies voor de luxe. Een bivak zonder uitzicht in een tent vol condens binnen en papsneeuw buiten : laat maar.
En nu de vraag.
De Mont Thabor hut is genoemd naar de berg en wordt ook vaak gebruikt door mensen die de top willen beklimmen. Die berg is een eeuwenoude bedevaartplaats, met een kapel op de top en die kreeg dus al lang voor de kaartenmakers langskwamen een bijhorende bijbelse naam.
De Terre Rouge was de naam die de mensen van Valmeinier gaven aan een uithoek van deze alpage waar de grond rood was. Dat komt door rode rots in de ondergrond. De top erboven had wellicht eerst geen naam en werd dan maar ook zo genoemd door de kaartenmakers. De berghut kwam veel later en kreeg ook de naam Terre Rouge. Alhoewel haast niemand de top bezoekt. Misschien wel omdat de meest logische naam, Refuge de Neuvache, niet bruikbaar is bij het doelpubliek. EDF, het natuurgebied, de gemeente gebruiken immers allemaal deze naam voor dit stukje van de bergen. Het risico op misverstanden met het dorp Névache, 8 uur stappen verderop, is gewoon te groot.
Reacties
Een reactie posten